Op 31 mei 2012 wordt voor de tweede maal de Nederlandse staat van dienst op het gebied van de mensenrechten beoordeeld door de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties (VN). Dat gebeurt in de Universal Periodic Review (UPR) die plaatsvindt in Geneve, Zwitserland. Doel van het UPR proces is de mensenrechtensituatie in landen te verbeteren.
In het UPR proces kunnen in beginsel alle mensenrechten aan bod komen. Om de beoordeling effectief te laten verlopen wordt echter specifiek gekeken naar ‘zorgpunten’ en eerdere aanbevelingen die aan een land zijn gedaan. Op de website http://www.upr-info.org wordt naast informatie over het UPR proces ook per land aangegeven welke aanbevelingen er zijn gedaan en hoe een land daarop heeft gereageerd. Niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) kunnen deze informatie gebruiken om een schaduw- of parallelrapportage in te sturen.
Nederland en het UPR proces
In Nederland heeft het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM) de coordinatie op zich genomen om zo’n rapportage namens een groot aantal Nederlandse NGOs in te dienen. De Johannes Wier Stichting (JWS) was één van die organisaties. In de NGO rapportage zijn onder meer zorgen geuit over het verslechterde klimaat voor migranten en openstaande ratificaties van belangrijke mensenrechtenverdragen.
Op 21 maart 2012 bood Nederland het officiële rapport aan de Mensenrechtenraad aan.
De door de Mensenrechtenraad verzamelde stakeholdersinformatie is te vinden via:
http://www.ohchr.org/EN/HRBodies/UPR/Pages/NLSession13.aspx
http://www.ohchr.org/EN/HRBodies/UPR/Pages/UPRNLStakeholdersInfoS13.aspx
Het CGB/NIRM i.o. organiseert een side-event, die op 31 mei a.s. meteen na de review van Nederland zal plaatsvinden. Het side-event zal zich richten op het onderwerp ongedocumenteerden. Het programma van 90 min. met o.a. sprekers van ACVZ, FRA, Justitia et Pax en Defence for Children is nog niet definitief.
Achtergrond
Het UPR proces is een jaarlijks terugkerende beoordeling door de Mensenrechtenraad van de mensenrechten record van VN-lidstaten; het wordt daarom ook wel het ‘mensenrechtenexamen’ genoemd. Elk land komt eens in de vier jaar aan de beurt. Dit jaar wordt Nederland voor de tweede maal beoordeeld.