KNMG-voorzitter Rutger Jan van der Gaag heeft op maandag 9 december tijdens een deskundigenbijeenkomst het KNMG-standpunt over de nieuwe Jeugdwet uiteengezet. Deze bijeenkomst werd georganiseerd door de vaste commissie van VWS van de Eerste Kamer, in voorbereiding op de besluitvorming over het voorliggende wetsvoorstel jeugd.
De voorzitter van de KNMG heeft tijdens deze bijeenkomst zijn grote zorg geuit over de lichtvaardigheid en haast bij het opstellen en doorvoeren van de Jeugdwet. Deze wet druist op diverse punten in tegen fundamentele rechten en uitgangspunten van de medische zorg.
Een belangrijke doelstelling van het wetsvoorstel Jeugdwet is het realiseren van vroegtijdige, passende, integrale zorg aan jeugdigen dichtbij huis. Dat betekent concreet dat een jeugdige met een mogelijk probleem vroegtijdig en dichtbij huis de ondersteuning en zorg dient te krijgen die hij op dat moment nodig heeft. De KNMG is van mening dat de doelstelling alleen gerealiseerd kan worden door vanaf het begin zowel de medische als de niet-medische invalshoek mee te nemen en te borgen.
Op basis van het voorliggende wetsvoorstel over decentralisatie van jeugdhulp, concludeert de KNMG dat de positie van de medische zorg onvoldoende geborgd is.