Uit onderzoek dat begin november is uitgevoerd in opdracht van de Jeugdzorg Nederland, GGZ Nederland, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) en Vereniging Orthopedagogische Behandelcentra (VOBC) blijkt dat de korting op het budget voor jeugdhulp in de praktijk fors hoger uitpakt dan de landelijke bezuiniging van 3 %. Meer dan de helft van de aanbieders geeft aan volgend jaar met een budgetkorting van 10 % tot 30 % geconfronteerd te worden. Twee op de vijf aanbieders verwachten dat zij bij deze kortingen de zorg voor kwetsbare kinderen en jongeren niet kunnen garanderen.
De bezuinigingen gaan niet alleen ten koste van de zorgcontinuïteit, maar ook van de kwaliteit van de zorg. Banen zullen verdwijnen, waardoor veel cliënten hun vaste begeleider(s) zullen verliezen, minder begeleiding krijgen of zelfs geen dagbesteding meer hebben. De verwachting is dat de vraag naar zorg door de wijkgerichte aanpak in eerste instantie toeneemt. In combinatie met de forse bezuinigingen zal dit tot nieuwe wachtlijsten leiden.
Meer dan de helft (53 %) van de ondervraagde bestuurders heeft geen vertrouwen in een goede afloop van de decentralisatie van de jeugdzorg. Van de geïnterviewde zorgaanbieders geeft de helft (49 %) aan zich bij de Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ) gemeld te hebben. Nog eens 14 % is van plan dat op korte termijn te doen. Een melding bij de TAJ betekent dat er knelpunten zijn rond bijvoorbeeld de zorgcontinuïteit, de inkoop of de frictiekosten.
De branches roepen de staatssecretaris op om onmiddellijk actie te ondernemen, in plaats van de deadline voor gemeenten opnieuw te verschuiven.