Op 24 maart 2015 werd het project ‘Ontwikkeling van een handreiking voor ethische dilemma’s in de GGZ voor asielzoekers’ met een eindconferentie in het Amnestyhuis in Amsterdam afgerond. Dit project werd onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van JWS uitgevoerd in een samenwerkingsverband tussen de Universiteit Utrecht, de Stichting Diversiteit en Inclusie in zorg en welzijn (voorheen ‘Mikado’), het Academisch Medisch Centrum van de Universiteit van Amsterdam en Centrum ’45 en werd mogelijk gemaakt door ZonMw.
Aan de conferentie namen ruim 60 personen deel, voor het merendeel bestaande uit professionals in de GGZ, maar ook andere organisaties betrokken bij het asielbeleid of uitvoering daarvan waren vertegenwoordigd.
De conferentie werd ingeleid door de dagvoorzitter, Ruud Jongedijk, psychiater / directeur Zorg & Innovatie Stichting Centrum ’45, met enkele voorbeelden van ethische dilemma’s die in de dagelijkse praktijk van de behandeling van asielzoekers voor zijn gekomen. Vervolgens gaf hij het woord aan Sander Kramer, projectleider van het project. Sander lichtte in zijn presentatie toe hoe de Handreiking tot stand is gekomen, namelijk op basis van de resultaten van een literatuuronderzoek, interviews met individuele zorgverleners betrokken bij de GGZ voor asielzoekers en focusgroepen. Een aantal specifieke thema’s waarbinnen ethische kwesties in de GGZ voor asielzoekers zich voordoen konden daarbij worden onderscheiden, namelijk: 1) Persoonlijke betrokkenheid, 2) Diagnostiek en behandeling, 3) Beroepsgeheim en het delen van medische informatie, 4) Pleitbezorging, en 5) Suïcide (dreiging).
Per thema presenteerde Sander vervolgens, met inbreng van verschillende betrokkenen bij het onderzoek, de ethische dilemma’s die in de Handreiking zijn weergegeven en toegelicht.
Zie ook de PowerPoint presentatie: Presentatie van de handreiking
Geert Schelkens, psycholoog en psychotherapeut, besprak enige dilemma’s die kunnen optreden rond de persoonlijke betrokkenheid. Zo beschreef hij dat trauma fundamenteel de relatie met het zelf, met mensen om zich heen en met de wereld verstoort. Er is, volgens Geert, echter geen behandeling mogelijk als er geen echte betrokkenheid is. Het spanningsveld tussen afstand en betrokkenheid is niet altijd een ethisch dilemma. Advocaten weten snel de hulpverlening te vinden voor een medisch attest. Een zeer goed onderbouwde rapportage kan bijdragen aan toekenning verblijfsstatus, maar dit levert in de praktijk een spanningsveld op. Het is een heel moeilijke afweging, sprak Geert.
Vervolgens lichtte Erik Olsman, projectuitvoerder en werkzaam bij sectie medische ethiek van het AMC/UvA, enige ethische dilemma’s rond het thema ‘diagnostiek en behandeling’ toe. Hij vertelde onder meer dat een onzeker toekomstperspectief invloed heeft op de diagnostiek en behandeling en dat diagnostische instrumenten vaak beperkt inzetbaar zijn wegens de taal en cultuur. De vraag is of er sprake is van een psychiatrische diagnose of dat het een reactie is van een mens in nood. Bij asielzoekers is vaak door de omstandigheden wel sprake van extra zware nood, aldus Erik. Het meewegen van de complexe situatie leidt tot vaststelling van hogere lijdensdruk. Maar als de diagnose niet is gebaseerd op psychopathologie is het de vraag of de behandeling wel werkt.
Wim Thijs, psychiater, besprak enige ethische kwesties betreffende het beroepsgeheim en het delen van medische informatie. Hij gaf weer dat bij asielzoekers veel existentieel lijden voorkomt, onder meer door de woonomstandigheden en door eindeloos wachten. Dit geeft veel overdracht en tegenoverdracht en roept gevoelens op van irritatie, wanhoop, boosheid en bewondering. Hij ervaart het vragen om medische informatie als een kwelduivel. Enerzijds is er het belang van de patiënt, anderzijds moet de arts de geheimhoudingsplicht bewaren. Wim wees op de gedragscodes en richtlijnen van de KNMG betreffende de geheimhoudingsplicht en delen van medische informatie. Wim ervaart het geven van informatie aan het Bureau Medische Advisering (BMA) als buitengewoon lastig. Volgens hem, kan het een rol spelen in de relatie met de patiënt. Daarbij kost het kost veel tijd en inspanning om zorgvuldig de feiten weer te geven. Ook kan het BMA deze feiten vanuit een ander paradigma beoordelen dan de behandelend arts.
Agnes Moyenne-Jansen, psychologe, werd door Sander Kramer, geïnterviewd over het thema pleitbezorging voor het collectief. Doordat zij op een gegeven moment aandacht had gevraagd in de landelijke pers voor de situatie van Armeense asielzoekers in ons land, die met uitzetting werden bedreigd, ontstond er meer discussie binnen de eigen organisatie en overleg met andere organisaties in de regio. Ook kwam er meer overleg met de IND tot stand. Pleitbezorging kan wel een dilemma worden als iemand onverschilligheid of tegenstand ondervind van de organisatie, het management of het bestuur. De hulpverlener moet niet in een isolement komen in de eigen instelling.
Sander Kramer eindigde zijn presentatie van de Handreiking met het bespreken van de communicatie over en preventie van suïcide. Het thema suïcide legt, aldus Sander, een vergrootglas op vrijwel alle dilemma’s in de zorg voor asielzoekers.Volgens de multidisciplinaire richtlijn vergroot een eerdere suïcidepoging de kans op een volgende poging of geslaagde suïcide. De vraag is echter of protocollen en richtlijnen voor de preventie van suïcide anders moeten worden toegepast bij asielzoekers. Dit is het dilemma tussen gelijkwaardigheid en gelijkheid. Daarbij kan iemand ook zonder eerdere pogingen zo wanhopig zijn dat hij suïcide pleegt. Dat het BMA de zorgverleners vraagt informatie te delen over eerdere suïcidepogingen om te bepalen of iemand suïcidaal is of kan worden stuit veel zorgverleners tegen de borst.
Onder leiding van de dagvoorzitter volgde een plenaire discussie met de aanwezigen. Daarin werd duidelijk dat de meeste deelnemers aan de conferentie de dilemma’s die door de sprekers waren besproken herkenden. Vooral het delen van medische informatie met het BMA levert veel frustraties op. Loes van Willigen, voorzitter van JWS, meldde dat JWS in het onderzoeksverslag de aanbeveling heeft gedaan dat het BMA verzelfstandigd wordt en zelf medisch onderzoek verricht voor de advisering aan de IND, vanuit de overtuiging bij JWS dat daarmee al veel frustraties bij de zorgprofessionals in de GGZ voor asielzoekers weggenomen kan worden.
Verder werd o.a. besproken dat terugkeer voor sommige asielzoekers beter kan zijn. Niet iedereen is gebaat bij het alles op alles te zetten om ervoor te zorgen dat mensen hier kunnen blijven. Daardoor groeien kinderen soms jarenlang op in angst en onzekerheid. Geïnvesteerd zal moeten worden in het bespreken van verschillende scenario’s, waaronder terugkeer. Terugkeer kan voor sommige mensen beter zijn.
De eindconferentie werd afgesloten met een geanimeerd, informeel samenzijn.
Het verslag van het onderzoek en de handreiking zijn te vinden in het dossier over ethische dilemma’s in de GGZ voor asielzoekers.
De foto’s in dit verslag zijn gemaakt door Frank Lucas.