Op 27 augustus jl. publiceerde het VN comité inzake eliminatie van rassendiscriminatie (CERD) haar conclusies en aanbevelingen over de bestrijding van racisme en discriminatie in Nederland. Het huidige generieke antidiscriminatiebeleid van de overheid (waarbij de nadruk ligt op de eigen verantwoordelijkheid van migranten en waarin bijna geen aandacht meer is voor specifieke etnische groepen die problemen ondervinden) volstaat niet. De overheid en gemeenten moeten strategieën implementeren die deze groepen beschermen. Burgers, en het maatschappelijk middenveld, moeten worden gestimuleerd te rapporteren over discriminatie en moeten structureel worden geconsulteerd over anti-discriminatie beleid.
Het comité spreekt onder andere haar zorgen uit over de continue discriminatie van migranten, met name op de arbeidsmarkt, de gezondheidszorg en huisvesting. Doordat de Staat de primaire verantwoordelijkheid voor integratie in de samenleving heeft gelegd bij de migranten zijn zij geplaatst in een bijzonder kwetsbare situatie, met het risico op te weinig aandacht en steun. Het maakt hen kwetsbaar voor sociale uitsluiting en belemmert hun integratie en de volledige realisatie van hun rechten, aldus het VN comité.
Het VN comité heeft haar conclusies en aanbevelingen opgesteld na kennis te hebben genomen van de schriftelijke en mondelinge rapportage over bestrijding van racisme en discriminatie in Nederland van de Nederlandse staat, het NJCM en het College voor de Rechten van de Mens.
De observaties en aanbevelingen die het Comité heeft gedaan aan de Nederlandse overheid zijn grotendeels hetzelfde als het NJCM heeft aangevoerd in de gezamenlijke NGO schaduwrapportage, en tijdens de mondelinge sessie op 17-19 augustus jongstleden.
Het volledige rapport van het VN comité: CERD_C_NLD_CO_19-21_21519_E