Nederlandse gemeenten zijn slecht op de hoogte van de regels voor het gebruiken van persoonsgegevens van hun inwoners. Dat stelt de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) op basis van onderzoek binnen 41 gemeenten.
Door de transitie van jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning, arbeidsparticipatie en zorg voor chronisch zieken en gehandicapten zijn gemeenten meer gegevens van mensen gaan verwerken. De AP wijst op problemen met de verwerking van medische gegevens van burgers en de toestemming die daarvoor gegeven moet worden. Er wordt vaak geen onderscheid gemaakt tussen het vragen van toestemming voor de verwerking van persoonsgegevens, toestemming voor het doorbreken van het medisch beroepsgeheim van de professional of toestemming voor de uitvoering van hulpverlening. Voor toestemming voor het doorbreken van het beroepsgeheim moet de burger expliciete, gerichte toestemming geven en weten wat het doel, de inhoud en de mogelijke consequenties zijn van de opgevraagde medische gegevens. Ook moet de burger weten welke andere partijen of hulpverleners de gegevens te zien krijgen. Er is binnen gemeenten vaak weinig aandacht voor het uitwisselen van gegevens met professionals met een beroepsgeheim, stelt de AP.
Burgers kunnen hun vertrouwen in de gemeente verliezen, omdat ze geen vrijheid denken te hebben om het gebruik van gegevens te weigeren, terwijl ze in een onafhankelijkheidspositie ten opzichte van de gemeente verkeren, waarschuwt de Autoriteit Persoonsgegevens.
Bron: Medisch Contact 19 april 2016