De hoogste bestuursrechter heeft gisteren voor het eerst een gemeente, Steenwijkerland, op de vingers getikt over de jeugdzorg. De gemeente had de aanvraag van hulp voor een tienermeisje afgewezen. Het meisje heeft psychische problemen en kreeg onder de oude wetgeving een halve dag tot een dag individuele begeleiding, ze verbleef twee dagdelen in een groep en wekelijks twee etmalen in een kortdurend verblijf. Haar moeder vroeg hiervoor verlenging aan toen de Jeugdwet ging gelden. De gemeente wees die jeugdhulp af omdat het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) had geoordeeld dat de moeder die zorg ook zelf kon leveren.
Volgens de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep is de gemeente afgegaan op een advies van het Centrum voor Jeugd en Gezin dat niet aan de vereisten voldeed. Dit advies maakte niet duidelijk welke problemen en stoornissen het meisje heeft en welke hulp daarvoor nodig is. Bovendien berustte het niet op de vereiste expertise. De rechter concludeert daarom dat het advies van het CJG ondeugdelijk is en dat de gemeente daar niet op mocht afgaan. Steenwijkerland moet het verzoek van de moeder opnieuw beoordelen.