Kinder- en jeugdpsychiaters zijn zeer bezorgd over de afbraak van hun vak, blijkt uit een enquête die de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) onder hen hield. De problemen houden volgens de psychiaters verband met de transitie in de jeugdzorg, waardoor de jeugd-ggz niet meer onder de Zorgverzekeringswet valt, maar een gemeentelijke verantwoordelijkheid is geworden.
Twee derde van de respondenten van de enquête weet van afdelingen of voorzieningen die onlangs zijn gestopt of gekrompen, vooral vanwege forse bezuinigingen. Het gaat om minder klinische en poliklinische capaciteit, waardoor de wachtlijsten langer zijn geworden.
Meer dan drie vijfde van de respondenten kent een collega die is gestopt of de KJP heeft afgebouwd. Redenen daarvoor zijn de beperkte budgetten, lage vergoedingen, hoge administratielast en moeizame onderhandelingen met de gemeente. Meerdere respondenten geven aan dat de werkdruk te hoog wordt.
De psychiaters hekelen het gebrek aan deskundigheid bij gemeentelijke indicatiestellers, en de grote inhoudelijk bemoeienis door mensen die te weinig verstand hebben van het vak. Op de vraag wat de beste financiering voor de KJP zou zijn, zegt meer dan de helft dat de betaling via de Zorgverzekeringswet zou moeten worden geregeld. De resultaten worden op 7 juni 2017 besproken in een overleg tussen de NVvP, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en staatssecretaris Van Rijn.