Een op de zes Nederlanders is laaggeletterd. Laaggeletterden hebben zoveel moeite met lezen en schrijven dat het hun dagelijks functioneren belemmert. Voor wie in Nederland niet goed kan lezen en schrijven, is de weg naar de dokter, het ziekenhuis en de apotheek bezaaid met hindernissen. Kunnen lezen is overal nodig. Maar dat niet alleen: wat je leest, moet je ook kunnen begrijpen en toepassen. Veel van deze mensen hebben ook beperkte gezondheidsvaardigheden. Gezondheidsvaardigheden heb je nodig om informatie over ziekte en gezondheid te verkrijgen, te begrijpen en toe te passen bij het nemen van beslissingen.
Er is een duidelijke samenhang tussen beperkte gezondheidsvaardigheden en een slechtere gezondheid. Ouderen, laagopgeleiden en niet-westerse migranten zijn sterker vertegenwoordigd in de groep mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden. Astma en COPD, diabetes, kanker, hart- en vaatziekten en psychische problemen komen bij deze groepen beduidend vaker voor. Ook bij sterftekans zien we verschillen. Ouderen met beperkte gezondheidsvaardigheden hebben een één tot tweemaal hogere kans op voortijdige sterfte dan ouderen met adequate gezondheidsvaardigheden. Het wonen in een achterstandsbuurt blijkt, onafhankelijk van sociaaleconomische status, de gezondheid negatief te beïnvloeden. De clustering van ongunstige omstandigheden vergroot de gezondheidsverschillen.