Amara (7) vluchtte bijna een jaar geleden met haar vader naar Nederland. Sindsdien verblijven zij in een noodopvang, net als meer dan 5500 andere kinderen in Nederland op dit moment. In deze periode moesten Amara en haar vader al meerdere keren plotseling verhuizen. Soms kwamen ze in een grote zaal terecht, soms in een kamertje. Amara’s vader vindt het vaak niet veilig en blijft ’s nachts op de uitkijk staan.
Amara kan sinds kort naar school, maar ze heeft moeite om haar klasgenootjes bij te benen. Ze is vaak moe, angstig en rusteloos. Ook voor de juf is het soms ingewikkeld. Amara’s gedrag vraagt veel aandacht en maakt haar bezorgd.
Amara’s vader zocht hulp bij de huisarts. Die verwees hen door naar een psycholoog. Daar werd verteld dat er pas met een behandeling kan worden gestart als er zekerheid is over hun verblijfplaats, zodat Amara haar behandeling kan afmaken. Wanneer die zekerheid komt, weet niemand.
Amara komt in contact met verschillende professionals, zoals de COA-medewerkers, de juf, de arts en de psycholoog. In de JWS werkgroep Jongerennetwerk komen starters en studenten uit het zorg- en sociaaldomein samen en richten wij ons op casussen zoals die van Amara. Wij willen bewustwording creëren over mensenrechten en bijdragen aan het versterken van het recht op gezondheid en de toegang tot zorg, zodat wij kinderen zoals Amara kunnen helpen.