De geestelijke gezondheidszorg (GGZ), ouderenzorg en gehandicaptenzorg werken hard aan het terugdringen van vrijheidsbeperking. Instellingen nemen steeds meer maatregelen om vrijheidsbeperkingen zoveel mogelijk te voorkomen. Toch zijn er nog inspanningen nodig om vrijheidsbeperking verder terug te dringen.Dit blijkt uit twee onderzoeken van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ).
Vrijheidsbeperking is een ingrijpende maatregel. Het kan grote risico’s opleveren op psychische en fysieke schade bij patiënten. Daarom hield de inspectie de afgelopen jaren intensief toezicht op het terugdringen van vrijheidsbeperking in de psychiatrie, ouderenzorg en gehandicaptenzorg.
In 2013, 2014 en het eerste kwartaal van 2015 bezocht de inspectie 66 GGZ-instellingen. Sommige daarvan meerdere malen. Uit het onderzoek blijkt dat de GGZ-instellingen veel verbeterd hebben om separaties te voorkomen en terug te dringen. Er zijn wel verschillen in de snelheid van verbetering tussen de GGZ-instellingen. Een kleine groep instellingen werkt voortdurend aan verbeteringen. Het aantal en de duur van separaties is bij deze instellingen verder gedaald en veel separeerruimtes worden niet meer gebruikt. Ongeveer een derde van de instellingen maakte zich de normen minder snel eigen. Deze instellingen hadden meer tijd en inspectietoezicht nodig om te verbeteren.
De inspectie wil dat de GGZ-instellingen meer kennis met elkaar delen. Daarnaast is het belangrijk dat het veld snel komt met een multidisciplinaire richtlijn voor dwang en drang. De inspectie zal met haar toezicht de komende jaren stimuleren dat instellingen hun verantwoordelijkheid nemen en meer van elkaar leren.
Veel zorgaanbieders is het gelukt om vrijheidbeperkende maatregelen zoals het gebruik van de onrustband helemaal af te schaffen. Zelfs in heel complexe situaties. Zorgaanbieders kijken steeds vaker naar alternatieven om vrijheidsbeperking te voorkomen of om minder zware middelen in te zetten. Toch ziet de inspectie dat een aantal instellingen nog steeds te lang wacht met het inschakelen van een externe deskundige om te helpen bij het afbouwen van langdurende dwangbehandeling. Ook zetten instellingen nog medicatie in bij een dwangbehandeling. Verder komt het nog te vaak voor dat cliënten op de eigen kamer worden opgesloten en ook de Zweedse band wordt nog te vaak gebruikt.
Bron: Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Op de website van de IGZ is ook het volledige rapport te vinden.