Uit onderzoek van Binnenlands Bestuur en de NOS onder 228 gemeenten blijkt dat ruim driekwart van de gemeenten inmiddels wachtlijsten voor jeugdzorg te hebben. Er kloppen steeds meer kinderen aan voor jeugdzorg, terwijl het geld voor dit jaar in de helft van de gemeenten nu al op is.
Bijna driekwart van de gemeenten ziet de zorgvraag stijgen. Nog eens driekwart ziet dat kinderen ook aankloppen met steeds zwaardere zorgvragen. Bij de overheveling van jeugdtaken van provincies naar gemeenten in 2015 was juist de verwachting dat gemeenten kinderen – met name via preventief beleid en maatwerk – met lichtere zorg efficiënter konden helpen. Gemeenten krijgen om die reden ook elk jaar minder geld van het rijk voor de uitvoering van de jeugdzorg.
Gemeenten stellen dat er een groter beroep op jeugdzorg wordt gedaan doordat de sociale wijkteams meer achter de voordeur zien en dan hulp inroepen. Ook zou volgens veel respondenten de sociale problematiek van kinderen toenemen, bijvoorbeeld als gevolg van vechtscheidingen.
Voor 2018 zijn gemeenten in overgrote meerderheid somber gestemd: 87 procent verwacht opnieuw niet uit te komen met de beschikbare gelden. Ze geven in de toelichting aan dat ze vooral meer tijd nodig hebben om tot een ‘innovatiever’ en passender zorgaanbod te komen. Gemeenten willen ook kunnen investeren in preventie, waarvan ze dan op termijn van profiteren. Daarom pleitten de meeste gemeenten voor het langzamer doorvoeren van de bezuinigingen.
Bron: Binnenlands Bestuur