Uit vervolgonderzoek van de Inspectie Gezondheidszorg (IGZ) blijkt dat de toegankelijkheid van de huisartsenzorg voor asielzoekers en het bereik van de publieke gezondheidszorg verder is verbeterd. Organisaties die betrokken zijn bij de zorg voor asielzoekers leven de normen van het nieuwe zorgmodel in vergelijking met de bevindingen van de IGZ in 2011 beter na .
Het COA is verantwoordelijk voor de manier waarop asielzoekers in opvangcentra door informatie, ondersteuning en signalering de weg wordt gewezen naar zorg. Deze ‘niet-medische gidsfunctie’ van het COA blijkt nog niet voldoende op orde.
De IGZ concludeert dat er onduidelijkheid is over de zorg en de toegankelijkheid van de huisartsenzorg op de bijzondere opvanglocaties (gezinsopvanglocatie, procesopvanglocatie en vrijheidsbeperkende locatie). De inspectie adviseert het COA om hierover geen onduidelijkheid te laten bestaan en ervoor te zorgen dat de zorg op deze bijzondere locaties ook voldoet aan alle normen van het nieuwe zorgmodel, waar dat nog niet het geval is.
Ook blijkt het aanbod van jeugdgezondheidszorg nog niet overal en in onvoldoende mate door GGD’en te zijn georganiseerd. Sommige GGD’en leven de normen niet na op het punt van de JGZ-intake, het gebruik van tolken en het kenbaar maken van de klachtenregeling aan asielzoekers.