Het ‘recht op gezondheid’ is in diverse internationale mensenrechtenverdragen opgenomen, zoals in artikel 24 van het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind (IVRK), van 1989, in artikel 12 van het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (CEDAW), van 1979, en artikel 12 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, van 1966. Daarnaast onderstreept het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie, van 1965, dat Staten discriminatie op basis van ras moeten verbieden en uitbannen en het recht van een ieder op openbare gezondheidszorg en medische zorg moeten waarborgen (artikel 5). Het Verdrag inzake de Rechten van Gehandicapten van 2006 schrijft voor dat mensen met een fysieke en/of psychische beperking gelijke rechten hebben op het gebied van wonen, scholing, vervoer, werk en een aantal andere terreinen. Nederland is partij bij deze verdragen.
Het ‘recht op gezondheid’ is ook opgenomen in het Internationaal Verdrag van alle migrantenarbeiders en hun gezinnen van 1990. Bij dit verdrag is Nederland (nog) niet partij.