Wisselen van huisarts lukt veel mensen niet, zo blijkt uit een meldactie van de patiëntenfederatie NPCF onder 10.500 patiënten. Van deze 10.500 patiënten die een vragenlijst invulden, wilden er 1.100 wisselen van huisarts. Dat lukte maar een derde van hen. De drempels die patiënten daarbij tegenkomen zijn: de nieuwe huisarts neemt geen patiënten aan, de huidige huisarts moet toestemming geven, de nieuwe huisarts woont buiten het postcodegebied of huisartsen nemen geen patiënten van elkaar over. De helft van de patiënten wilde wisselen vanwege ontevredenheid met de huidige huisarts, 35 procent had geen vertrouwen in de huisarts. Algemeen directeur Wilna Wind van de NPCF vindt dat mensen moeten kunnen overstappen als ze dat willen.
De Landelijke Huisartsen Vereniging verwijst naar de folder van de LHV en NPCF over het kiezen van een andere huisarts. Daarin staan drie situaties beschreven waarin huisarts en patiënt gezamenlijk kunnen besluiten om van inschrijving af te zien. ‘Bijvoorbeeld als de praktijk vol is, of als er een te grote afstand is tussen het woonadres van de patiënt en de huisartsenpraktijk. Ook kunnen huisarts en patiënt principiële verschillen hebben in visie over de zorgverlening, te denken valt aan euthanasie, alternatieve geneeswijzen’, aldus een LHV-woordvoerder.
Patiënten waarderen de huisarts overigens hoog in datzelfde onderzoek, met gemiddeld een rapportcijfer 8. Dat is hoger dan de 7,5 die de huisartsen kregen in 2009. Toen was telefonische bereikbaarheid een van de problemen. Die blijkt nu verbeterd. Bijna de helft van de deelnemers (41%) geeft te kennen dat het (soms) een probleem is om de huisarts(en praktijk) op werkdagen telefonisch te bereiken. In 2009 was dit nog 50 procent.
Bron: Medisch Contact