Zie ook: Nieuwsberichten over de bescherming patiëntengegevens.
“Ik stel het belang van de patiënt voorop en eerbiedig zijn opvattingen. Ik zal aan de patiënt geen schade doen. Ik luister en zal hem goed inlichten. Ik zal geheim houden wat mij is toevertrouwd.”
Uit de Nederlandse artseneed van 2003 (VSNU, 2010, 5de herziene druk)
Het medisch beroepsgeheim is eeuwenoud. Al ± 400 jr. v. Chr. erkende Hippocrates het belang van het medisch beroepsgeheim en nog altijd staat deze centraal in de artseneed en gedragscodes van professionals in de zorg. Er is echter ook al lang discussie over reikwijdte en grenzen van het beroepsgeheim. De laatste jaren is deze discussie in een stroomversnelling gekomen. Samenwerking tussen verschillende disciplines is steeds noodzakelijker geworden. Daarbij ervaren samenwerkingspartners soms het medisch beroepsgeheim als een te grote barrière. Ook de digitalisering van gegevens stelt ons voor dilemma’s. Het elektronisch patiëntendossier is voor uitwisseling en overdracht van medische gegevens erg nuttig. Maar door lekken en inbraken in de systemen, of bijvoorbeeld het verloren raken van een USB-stick met patiëntengegevens in de trein, liggen de patiëntendossiers soms “op straat”. Na de wijziging van het zorgstelsel vragen verzekeraars steeds meer gegevens over behandelingen van patiënten op; soms eisen ze zelfs inzage in de dossiers. Het speelt ook bij gemeenten die sinds 2015 grotendeels verantwoordelijk zijn voor het beoordelen, toewijzen en financieren van wie zorg en ondersteuning nodig heeft in de wijk. Deze ontwikkelingen vormen aanleiding om regels en publicaties over het medisch beroepsgeheim op een rijtje te zetten.
‘Het medisch beroepsgeheim’
Het medisch beroepsgeheim is ontwikkeld ter bescherming van zowel het individu als de samenleving en garandeert de vrije toegang tot de zorg voor iedereen.[1] Dit recht van de patiënt garandeert dat burgers er op kunnen rekenen dat artsen en andere zorgverleners vertrouwelijk omgaan met persoonlijke (gezondheids) gegevens van de patiënt. Het medisch beroepsgeheim bestaat uit twee basisprincipes: de zwijgplicht en het verschoningsrecht.
Het eerste basisprincipe houdt in dat in beginsel de zorgverlener zwijgplicht heeft ten opzichte van de door de patiënt gegeven informatie. Deze plicht omvat medische informatie alsook alle andere informatie die aan de hulpverlener is toevertrouwd. [2] Dit recht heeft echter uitzonderingen. De hulpverlener mag met uitdrukkelijke toestemming van de patiënt informatie delen met derden. Deze toestemming mag op elk moment worden teruggetrokken door de patiënt. Daarnaast is de hulpverlener in bepaalde gevallen verplicht informatie te verstrekken aan derden, ook zonder toestemming. Dit mag op basis van een wettelijke bepaling, conflict van plichten, zwaarwegend belang of zeer uitzonderlijke omstandigheden. Zie voor verdere informatie over deze uitzonderingen de Basisprincipes Medisch Beroepsgeheim
De tweede component van het medisch beroepsgeheim is het verschoningsrecht. Een hulpverlener kan zich hierop beroepen tegenover de rechter en/of politie wanneer hij of zij informatie moet verschaffen als getuige.[3]
Wettelijk kader
Het medisch beroepsgeheim is verankerd in meerdere nationale en internationale wetten en regelgeving. Het nationale kader bestaat uit onder meer de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) en het Burgerlijk Wetboek. Voor informatie over het Nederlands wettelijk kader, zie:
- Factsheet Medisch Beroepsgeheim, blz. 2
- Basisprincipes Medisch Beroepsgeheim, blz. 6-9
Internationaal is het beroepsgeheim o.a. te vinden in artikel 12 van het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (IVESCR). De gezaghebbende commissie van dit verdrag stelt daarbij ook dat “eenieder recht heeft op zorg die beschikbaar, toegankelijk, van goede kwaliteit en in overeenstemming met de medische ethiek is.” Lees hierover verder op onze webpagina ‘Gezondheidszorg en mensenrechten’
Meer informatie over het internationale wettelijk kader betreffende het medische beroepsgeheim is o.a. te vinden op blz. 3 en 4 van de Basisprincipes Medisch Beroepsgeheim.
Het is van belang om onderscheid te maken tussen het medisch beroepsgeheim en privacy. Onder privacy wordt de bescherming van persoonsgegevens verstaan.[4] Dit verschilt met de zwijgplicht en het verschoningsrecht die onder het medisch beroepsgeheim worden gewaarborgd. Onderzoek van het Landelijk Platform GGz, Patiëntenfederatie Nederland en Ieder(in) heeft aangetoond dat één op de twee patiënten privacy problemen ervaart. Voorbeelden van privacy schendingen zijn bijvoorbeeld het foutief vastleggen van informatie, het meeluisteren met gesprekken en uitwisseling van persoonlijke informatie zonder toestemming. Het volledige verslag van het onderzoek kunt u lezen in ‘Privacy in de zorg’.
Hellend vlak?
De afgelopenjaren is het beroepsgeheim vaak onderwerp van debat geweest in de media. Herhaaldelijk rapporteerde de media over ontwikkelingen omtrent het medisch beroepsgeheim die zouden kunnen leiden tot een zogenoemd ‘hellend vlak’, wat zoiets betekent als de vervaging van de grenzen van het recht waardoor het recht zelf onder druk komt te staan en het gevaar loopt om af te brokkelen. Verschillende ontwikkelingen zijn aan het licht gekomen in de media die ten grondslag zouden kunnen liggen aan het ontstaan van dit hellend vlak. Zo zorgt de nauwere samenwerking tussen politie, justitie en psychiatrie voor een minder strenge naleving van het beroepsgeheim. En ook de controle door zorgverzekeraars kan leiden tot inzage in het dossier zonder toestemming van de patiënt.[5]
Deze ontwikkelingen kunnen er dus voor zorgen dat informatie uit patiënten dossiers gemakkelijker gedeeld wordt of dat de hulpverlener wordt genoodzaakt het beroepsgeheim te doorbreken in bepaalde situaties.
De ontwikkelingen zijn vaak het resultaat van een maatschappij die verandert en waarin prioriteiten worden verlegd, zo ook de waarde van het medisch beroepsgeheim. De vraag is nu of deze ontwikkelingen wenselijk zijn voor het functioneren van de moderne maatschappij of dat ze een hellend vlak creëren in het recht?
Hieronder vind u links naar verschillende opiniestukken over deze ontwikkelingen:
- Berkelaar, J. ‘Arts wordt gedwongen het medisch beroepsgeheim te schenden; patiënt de dupe’, 28 juni 2016
- Sweers A. ‘Gemeenten vinden beroepsgeheim ouderwets’, 23 oktober 2014
- ‘Zorgverzekeraars krijgen inzage in medische dossiers bij vermoeden van fraude’, 13 September 2016
- Tomesen W., ‘Informatie delen over je cliënt is lastig’
Relevante websites en organisaties
- KNMG dossiers beroepsgeheim
- KNMG, beroepsgeheim in samenwerkingsverbanden
- Kamerbrief over medisch beroepsgeheim, 2016
- Het beroepsgeheim van de professional in het publieke domein, 2016
- Manifest en vuistregels privacybescherming jeugdhulp
[1] Factsheet Medisch Beroepsgeheim https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2016/06/29/factsheet-medisch-beroepsgeheim
[2] Factsheet Medisch Beroepsgeheim https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2016/06/29/factsheet-medisch-beroepsgeheim
[3] Basisprincipes Medisch Beroepsgeheim https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2016/06/15/basisprincipes-medisch-beroepsgeheim
[4] LPGGz, Patiëntenfederatie Nederland en Ieder(in), ‘Privacy in de Zorg’, November 2016, blz. 4
[5] http://www.opiniestukken.nl/opiniestukken/artikel/1246M