Het meest gezaghebbende verdrag voor ‘het recht op gezondheid’ is het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (IVESCR), van 1966. Het recht op gezondheid is vastgelegd in artikel 12.1, dat stelt: “De Staten die partij zijn bij dit Verdrag erkennen het recht van een ieder op een zo goed mogelijke lichamelijke en geestelijke gezondheid.”
In 2000 nam het Comité inzake de economische, sociale en culturele rechten, die de nakoming van het verdrag bewaakt, een algemeen commentaar, General Comment 14, aan over ‘het recht op gezondheid’. Verder werd in 2002 een Speciale Rapporteur inzake ‘het recht van een ieder op een zo goed mogelijke lichamelijke en geestelijke gezondheid’ voor de Verenigde Naties benoemd.
De ‘General Comment’ dient om de individuele rechten en de plichten van regeringen die partij zijn bij het verdrag nader toe te lichten. De basisprincipes van ‘het recht op gezondheid’ worden gevormd door de zogenaamde triple A’s Q (Availability, Accessibility, Acceptability, Quality), namelijk:
- Beschikbaarheid. Functionerende openbare gezondheidszorg en gezondheidszorgvoorzieningen, goederen en diensten, evenals gezondheidsprogramma’s dienen in voldoende mate beschikbaar te zijn.
- Toegankelijkheid. Gezondheidszorgvoorzieningen, goederen en diensten dienen voor een ieder die binnen de jurisdictie valt van de Lidstaat toegankelijk te zijn. Dit heeft vier overlappende dimensies, namelijk:
- non-discriminatie; gezondheidszorgvoorzieningen, etc. dienen voor een ieder toegankelijk te zijn, en met name voor de meest kwetsbare en gemarginaliseerde delen van de bevolking;
- fysieke toegankelijkheid; dit betekent dat gezondheidszorgvoorzieningen etc. ook binnen veilig, fysiek bereik moet zijn voor alle delen van de bevolking, en met name voor kwetsbare en gemarginaliseerde groepen, zoals etnische minderheden en inheemse volken, vrouwen, kinderen, adolescenten, ouderen, gehandicapten en personen met HIV/AIDS;
- economische toegankelijkheid; gezondheidszorgvoorzieningen etc. dienen betaalbaar te zijn, en gebaseerd op het principe van gelijkheid;
- informatie toegankelijkheid; informatie en voorlichting over onderwerpen rond de gezondheid dienen toegankelijk te zijn; persoonlijk gegevens over de gezondheid dienen echter vertrouwelijk te blijven.
- Aanvaardbaarheid. Alle gezondheidszorgvoorzieningen, goederen en diensten dienen de medische ethiek te respecteren en toepasselijk te zijn voor cultuur, gender en diverse levensfasen.
- Kwaliteit. Gezondheidszorgvoorzieningen, goederen en diensten dienen wetenschappelijk en medisch verantwoord te zijn en van goede kwaliteit.
Staten die partij zijn bij mensenverdragen hebben de verplichting deze te respecteren, te beschermen en te verwezenlijken. Ten aanzien van het respecteren van het ‘recht op gezondheid’ stelt de General Comment nr 14 ondermeer dat de Staat zich moet onthouden van het ontzeggen of beperken van gelijke toegang voor een ieder, inclusief gevangenen of gearresteerden, minderheden, asielzoekers en illegale immigranten, tot preventieve, curatieve en palliatieve gezondheidsdiensten (para. 34). Het beschermen van het ‘recht op gezondheid’ betekent dat de Staat moet waarborgen dat andere, niet-Staat partijen dit recht niet schenden. Het verwezelijken betekent actieve stappen nemen om het ‘recht op gezondheid’ te realiseren, de zogenaamde progressive realization.
De Speciale Rapporteur betreffende het ‘recht op gezondheid’, die in 2002 door het Comité voor de Mensenrechten van de VN werd aangesteld, heeft o.a. tot taak om informatie op dit terrein te verzamelen en uit te wisselen, te rapporteren over de staat van realisatie, en aanbevelingen te doen over de meest geëigende maatregelen om het ‘recht op gezondheid’ te bevorderen en te beschermen. De Speciale Rapporteur is een onafhankelijke deskundige.