In 2011 richtte Ester Bertholet haar eigen praktijk ouderengeneeskunde op in Velp, die in 2016 naar Malburgen uitbreidde. Inmiddels zijn soort gelijke praktijken in pilotvorm ook te vinden in Tiel, Zoetermeer en hopelijk binnenkort ook in Rotterdam. Bertholet studeerde geneeskunde en ging werken in de klinische geriatrie. ‘Ik vond dit te ziektegericht en miste een stukje context.’ Ze ging aan de slag als huisarts, werkte in verpleeghuizen en hield zich bezig met de ouderenpsychiatrie. Ze zag de positieve kanten van verpleeghuizen en leerde in de psychiatrie over karaktervorming en coping mechanismes. ‘Ik wilde het beste van die vier werelden – de klinische geriatrie, huisartsen, verpleeghuizen en psychiatrie – combineren en daar iets anders van maken.’
‘Ik wilde het beste van die vier werelden combineren en daar iets anders van maken’
Zodoende staat in haar praktijk de kwaliteit van leven centraal, zijn huisartsen met expertise altijd dichtbij, en werkt ze met een eigen team die bij de mensen thuis op bezoek gaat. ‘Mijn praktijk in Malburgen ziet hele andere problemen dan in Velp. In Velp wonen veel witte rijke mensen, terwijl in Malburgen meer mensen met verschillende culturele achtergronden wonen. Daar zie ik veel meer trauma, verslaving en mishandeling.’ De mogelijkheid om bij mensen thuis langs te gaan vindt Bertholet daarom waardevol voor de ouderenzorg. ‘Het is belangrijk dat je snapt hoe mensen wonen. Ik ken een mevrouw en die kan niet eens een vloerbedekking betalen en zit daarom op een koude betonnen vloer. Dat is een totaal andere situatie dan iemand die in een grote villa woont met een huishoudelijke hulp. Ze kunnen allebei eenzaam zijn en gewrichtsklachten hebben maar de context verandert wat voor adviezen je moet geven.’
Bertholet vertelt dat de eenzaamheidsproblematiek onder ouderen een bekend probleem is maar dat de eigen rol van ouderen in die eenzaamheid te weinig wordt besproken. ‘Dat klinkt misschien een beetje akelig maar in welke mate zijn mensen nou eigenlijk zelf verantwoordelijk voor de problemen die ze hebben? Ik vroeg laatst aan een vrouw van 83, die somber was door eenzaamheid, wat zij er van vond dat ze zelf vroeger niet veel geïnvesteerd had in relaties en dat ik dat nu als arts met medicijnen moet oplossen. Dan ontstaan er hele mooie gesprekken met mensen.’ Bertholet pleit ervoor dat dit gesprek meer moet worden gevoerd, ook omdat ze vaak ziet dat ouderen sommige dingen simpelweg niet weten. Zo legt ze vaak aan ouderen uit waarom ze moeten bewegen om gewrichtsklachten voorkomen, niet te veel moeten drinken voor het slapen gaan en de huishoudelijke hulp uit huis moeten doen zodat ze moe kunnen worden van het schoonmaken. ‘Het gesprek aangaan met mensen om hen te informeren en vervolgens echt samen na te kunnen denken, is een belangrijk deel van de ouderengeneeskunde en dat vind ik echt een blinde vlek.’
‘In de zorg vind ik het een recht van mensen om kennis over het lichaam aangeboden te krijgen.’
In 2016 richtte Bertholet ‘Ons Raadhuis’ op met de bedoeling om daar activiteiten te organiseren voor ouderen. ‘Ik kon wel weer een paracetamol gaan voorschrijven maar ik wilde wat anders gaan proberen. In Ons Raadhuis kunnen mensen allemaal leuke dingen doen en op alle manieren in beweging komen. Dat helpt want dan ben je afgeleid en daardoor ben je minder eenzaam.’ Hiernaast benadrukt ze ook dat het helpt om lessen en onderwijs te geven. ‘In de zorg vind ik het een recht van mensen om kennis over het lichaam aangeboden te krijgen. Hoe moeten mensen de hygiëne rondom corona begrijpen als je dat nooit uitgelegd hebt gekregen? Daar moeten we als artsen een rol in nemen. Dat is ook een veel leukere manier om met gezondheidszorg bezig te zijn dan in een kamertje te zitten en alleen maar klachten gepresenteerd te krijgen.’
Momenteel is Bertholet bezig met een boek te schrijven. Tijdens de ontwikkelingsfase heeft ze ouderen gevraagd waar zij het nou graag over willen hebben. ‘Veel mensen willen het hebben over zingeving, intimiteit en seksualiteit. Er wordt in een verpleeghuis nooit gevraagd of ouderen nog behoefte hebben aan seks en intimiteit terwijl dat een hele wezenlijke behoefte is voor mensen, zowel voor mensen wiens partner nog thuis woont als voor mensen die hun partner zijn verloren. We vergeten dit en geven ouderen bijvoorbeeld soms zonder daar over na te denken een katheter. Dan is dat stukje intimiteit echt voorbij. Ik denk dat het heel waardevol, en ook leuk, is om dit vaker te bespreken.’
Janna Beijers
Communicatiemedewerker Johannes Wier Stichting